“Ach ja, het gaat wel hoor jong. *kuch* Ik heb zo’n last van mijn luchtwegen. Je oom heeft me wel gevraagd om met de kerst bij hun te komen. Ja, hij is bij haar ja, ik weet het ook niet meer hoor, of het nou gemakzucht is of eenzaamheid of toch liefde, of een beetje van alledrie. Nou ja liefde zal wel niet want ze maken de hele tijd ruzie. Dus ik heb nee gezegd, in zo’n sfeer wil ik de feestdagen niet doorbrengen. Dan liever eenzaam.
Ik denk zo vaak aan mijn oude vrienden die dood zijn en dan ben ik jaloers op ze. Geen kopzorgen meer, geen gedoe, heerlijk rustig. Ik verlang ernaar om weer bij mijn man te zijn.
Je achterneef kwam vorige week langs. Heb je hem recentelijk nog gezien? Hij is máger jong, ik geloofde mijn ogen niet. En zijn haar! Wít. Ik schrok me dood toen ik de deur opendeed, aduh zeg ik je lijkt wel een engel. Hoe is het met u tante? zegt hij. Zo rustig, sereen, je herkent hem niet, echt waar hoor. Ik heb een boodschap voor u tan, hij zegt, van oom. Wat zeg je daar? zeg ik. Ja, ik heb contact met hem. Je weet toch jong, je achterneef is zwaar mediamiek, altijd al geweest. Hij zegt dat hij een boodschap heeft van je opa, voor mij. Hij zegt, u moet zich geen zorgen maken, u moet zich niet eenzaam voelen, want hij is hier. En uw moeder is ook hier. Altijd. Jong, ik moest gewoon huilen. Hij ging me troosten, stil maar tante, het is al goed, hij is hier. Oh ja? zeg ik. Ja zegt hij. En weet je jong je kunt het geloven of niet, maar ik werd echt helemaal rustig van binnen. Je achterneef is zo veranderd, zo lief. Weet je nog hoe hij vroeger was? En voor zijn vrouw? Hij heeft het zwaar gehad hoor, toen ze wegging, maar ja ik zeg tegen hem ik zeg jong, je moet je hand in hoe heet het? Je moet je hand in eigen boezem steken jong, je bent niet fair tegen haar geweest. Ik weet tante, ik weet, zegt hij. Kasian, oh ik heb zo’n hartzeer voor hem jong. Maar nu is hij echt een engel hoor. En zijn haar, zo wít, aduh.
Na, ik hoop dat het nieuwe jaar veel geluk zal brengen voor jullie beidjes, ik bid iedere dag hoor jong, ook al weet ik dat jij niet in god gelooft, ik bid voor je hoor jong. Je vind het toch niet erg he? Iedere dag. Ik vraag ook altijd aan je moeder hoe het met mijn kleinzoon is, kasian, zo ver weg. Maar je bent toch wel gelukkig he jong? Alles komt wel goed, uiteindelijk komt het op zijn pootjes hoor, echt. Ik ben overtuigd. Met hulp van onze lieve heer, ook al wil je die niet. Hij houdt ook van jou, van jullie allemaal, ook van je broertjes. Zo lief he, die kleine meid van je broer, schattig zo klein, aduh. Ze wordt een doerak hoor. En jullie? Wanneer gaan jullie? Jij wil niet he? Ach, komt nog wel.
Nou jong, ik ben zo blij dat ik je stem weer eens gehoord heb, ik denk iedere dag aan jullie hoor. Doe mama maar de groeten, en papa, en niet te veel piekeren he? Ik hoor van je moeder dat je zo veel piekert. Het komt wel goed. Nou, eet smakelijk strakjes, en als ik je niet meer spreek, ga je nog iets doen met oud en nieuw? Doe je voorzichtig? Veel plezier he jong, ik zal een kaarsje voor je aansteken.
Dag jongen.”
2 replies on “Eenzame feestdagen”
Treffend.
Bravo Bandoeng!